Actuele grondslagen van het bewegingsonderwijs
Rotterdam: 20/10 Uitgevers, 2020 (181 pp)
ISBN: 978-94-90951-62-7
De gymleraar C.C.F. Gordijn ontwikkelde in de jaren vijftig een geheel eigen visie op de lichamelijke opvoeding. Omdat bij hem in de gymlessen centraal stond dat de leerlingen er bewegen en door de gymleraar tot bewegen worden aangezet, noemde hij vak ‘bewegingsonderwijs’. Bewegingsonderwijs moest volgens hem bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming van kinderen. Daarmee bedoelde hij dat kinderen door te bewegen leren wie ze zijn en wat ze kunnen. Dat was in die tijd een unieke en baanbrekende invulling van het vak. Vanuit deze visie richtte hij in de jaren vijftig een eigen vakopleiding op: de Christelijke Academie voor Lichamelijke Opvoeding (CALO), nu onderdeel van de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Later was Gordijn ook de grondlegger van de studierichting Bewegingswetenschappen aan de Vrijd Universiteit Amsterdam.
Dit boek onder redactie van Adri Vermeer wil laten zien dat Gordijns gedachtegoed nog steeds actueel is. De auteurs – merendeels docenten aan de opleidingen die Gordijn heeft opgericht – laten in dit boek zien dat Gordijns ideeën over bewegingsonderwijs stevig verankerd zijn in modern wetenschappelijk onderzoek en actuele praktijktheorieën en leermethoden. Bijzondere aandacht wordt besteed aan bewegingsonderwijs en bewegingszorg, waaronder remediërend en speciaal bewegingsonderwijs, voor kinderen met ontwikkelingsachterstanden en kinderen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen.
Het boek richt zich op vakleerkrachten en studenten bewegingsonderwijs. Daarnaast geeft het inzicht in de wetenschappelijke achtergronden van het bewegingsonderwijs, waardoor het van waarde is voor bewegingswetenschappers en voor hen die voor dit beroep studeren.
Van gymleraar tot hoogleraar
Amsterdam: Vesuvius, 2018 (138 pp)
ISBN: 978-90-8659-7918
In dit levensverhaal beschrijft de auteur niet alleen zijn ervaringen met de leidinggevende taken die het hoogleraarschap met zich meebracht, maar ook de ervaringen die hij zelf had met leidinggevenden in de aanloop naar zijn hoogleraarsfunctie. In de manier waarop hij met deze taken is omgegaan, spelen zijn persoonlijke geschiedenis en zijn opleiding een belangrijke rol. Daarom begint deze terugblik op zijn loopbaan met zijn opvoeding thuis, zijn schooltijd en zijn verdere opleiding.
Ontwikkelingshulp, Ja! Een pleidooi
Amsterdam: Vesuvius, 2016
ISBN: 978-90-8659-739-0
Ontwikkelingshulp: als begrip al lang uit de mode. Te paternalistisch, vinden we, en we spreken liever over ontwikkelingssamenwerking. Dit boek is een pleidooi om het oude begrip te behouden en niet te schromen hulp te bieden waar dat kan. Eenvoudig omdat mensen ter plaatse baat kunnen hebben bij intelligent opgezette en begeleide projecten.
Disability Care in Africa: Community-Based Rehabilittation in Rural Regions
Amsterdam: VU University Press, 2014
ISBN: 978-90-8659-688-1
This book describes the development of a differentiated network of disability care in a developing rural area consisting of a number of townships in South Africa. The network includes residential care for abandoned, neglected and orphaned children with physical and/or intellectual disabilities; semi-residential care in group homes for young adults with a disability and daily care in daycare centres for families with a disabled child in the surrounding townships; and home-based care for families with a disabled child at home. Then an analysis is provided about how home-based care is carried out in two other African countries, Uganda and Zimbabwe, by a non-governmental organization in the Netherlands, aiming at direct child assistance and capacity development in developing countries. Finally, in-service training activities are described that are necessary for the transition from a residential nursing-oriented facility to a community-based care organization.
A Model for Integrated Health, Child and Community Care in Rural South Africa
Amsterdam: VU University Press, 2011 (second print)
ISBN: 978-90-8659-477-1
The Ndlovu Care Group (NCG), a South African NGO, provides health care and community care for people living in a rural area of South Africa, in particular the Moutse area in Limpopo and Mpumalanga provinces. There are 120,000 to 150,000 beneficiaries. In a period of 15 years, Hugo Tempelman and co-workers developed an integrated model of care serving the broad health and community needs of poor people in an area where almost no medical and health care services are provided.
This book describes a model for the advancement of rural areas in South Africa through community health and community care as developed by NCG. Over the years it became evident that this model could have an impact on the further advancement of rural areas in any developing country.
NCG operates through two divisions, the Autonomous Treatment Centre (ATC) and the Community Health Awareness Mobilisation & Prevention (CHAMP) programme.
The ATC is an extended community health centre that provides integrated primary health, TB and HIV/AIDS care and treatment, including maternal and reproductive health care and advanced HIV/AIDS in-patient care. The co-operation with governmental departments is described.
The CHAMP programme consists of an AIDS awareness programme for schools, farms and local communities; programmes for vulnerable children because of e.g. HIV & AIDS infection, under- and malnourishment, disturbed family life, death of parents; a dental programme; art, culture and sports activities; all kinds of community activities, like a waste programme, a nappy factory and an IT training programme; and an environmental awareness and education programme.
NCG has established its care model in two rural locations in South Africa and is in the process of developing two more sites. To show the validity of its work, it also carries out monitoring & evaluation procedures and evidence-based research. Several chapters of this book testify to this scientific approach.
Trends in Cerebral Palsy Research
New York: Nova Science Publishers, Inc., 2006
ISBN 1-59454-448-4
The book gathers new research and insights about the treatment of cerebral palsy.
Chapter I presents the neuro-developmental outcome of seven years’ cohort of ELBWN with birth weight less than 1000 g at the age of 2 years and figures out the number of severe and moderate impairment in the whole group and according to the birth-weight.
Chapter II sets out to describe what is meant by quantitative analysis of motion and in particular by gait analysis, to evaluate the role of GA in the clinical setting.
In Chapter III the results of an effect study on functional physical therapy for children with cerebral palsy are described. Functional physical therapy emphasizes the learning of motor abilities that are meaningful in the child’s environment and perceived as problematic by either the child or the parents.
In Chapter IV the authors review the evidence of treatment approaches such as insuline-like growth factor (IGF)-1 and cerebral cooling.
In Chapter 5 a review is given of the current literature in the Chinese language to obtain the best evidence available for the role of acupuncture in children with cerebral palsy.
Health Care in Rural South Africa.
An Innovative Approach.
Amsterdam: VU University Press, 2006
(ISBN: 90-5383-9917)
This book describes research to evaluate health care programmes in rural areas of South Africa. This is done to show how evidence-based research can be carried out in circumstances with limited possibilities and what kind of results such research can produce. The research projects concern effects of a nutrition programme, an AIDS prevention programme, the quality of life of children with HIV/AIDS and the effects of a developmental stimulation programme for children with neurological disorders. In addition to this, the book contains a number of chapters which provide the reader with insight into the perspectives of health care developments in South Africa and how research could contribute to the improvement of health care in a developing country.
D. Joha, H. van Luit & A. Vermeer
Samen op PAD
Doetinchem: Graviant Educatieve Uitgaven, 1999
Een evaluatie van het Programma Alternatieve Denkstrategiën in het Nederlandse onderwijs aan dove kinderen.
In dit rapport wordt verslag gedaan van een evaluatieonderzoek van het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD). PAD is een programma voor het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van dove kinderen.
Down syndrome behind the dykes: Research in the Netherlands
Amsterdam: VU University Press, 1998
In the Netherlands researchers of Down syndrome are in a position that is probably unique in the world. Virtually all children born with the Down syndrome are on file with the Dutch Down Syndrome Foundation and contact is being maintained with the children’s parents, medical team and teachers.
This book marks the 10th anniversary of the Dutch Down Syndrome Foundation and presents the results of a decade of intensive research. It mainly focusses on children in the age range 0-10 years, expounding in the newest developments in scientific Down syndrome research and giving a reliable picture of the present state of the art. Areas of research include: demographic aspects, quality of life, atlantoaxial instability, aetiology, thyroid function, early intervention, prenatal diagnosis, nutritional aspects, motor development, support, nootropics and mainstream education.
Kinderen met cerebrale parese
Bussum: Dick Coutinho, 1997
Kinderen met cerebrale parese hebben een beschadiging van de hersenen in ontwikkeling die blijvend is en niet onderhevig aan verbetering of verslechtering. Behandeling van de neurologische stoornis heeft bij hen geen zin. Wel kan door training en behandeling iets gedaan worden aan de effecten van die stoornis op hun dagelijks gedrag.
Dit boek is het resultaat van jarenlang onderzoek naar de motorische ontwikkeling en behandeling van kinderen met cerebrale parese. Een functionele benadering van de motorische ontwikkeling en behandeling staat hierbij centraal. Daarmee wordt bedoeld dat de motorische ontwikkeling en de interventie bij jonge kinderen met cerebrale parese gezien worden vanuit de betekenis die deze hebben voor hun dagelijks functioneren.
Het boek is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel gaat over de motorische ontwikkeling van kinderen met cerebrale parese en de manier waarop deze door middel van meetinstrumenten kan worden vastgelegd. Deel twee gaat over de motorische behandeling en opvoeding. Ook wordt in dit deel aandacht besteed aan de manier waarop interventies kunnen worden onderzocht.
Het boek beoogt klinisch relevante informatie te geven die voortgekomen is uit wetenschappelijk onderzoek. Het is met name bestemd voor paramedisch therapeuten, revalidatieartsen, bewegingsdeskundigen en sociale wetenschappers die werkzaam zijn in de kinderrevalidatie.
Movement therapy across the lifespan
Amsterdam: VU University Press, 1997
Movement therapy comprises a variety of methods that use human movement as a therapeutic means in treating mental health disorders. This is achieved by enhancing physical competences, exploring body experiences, or creating movement situations in which conflicts in daily life can be acted out. Movement therapy is especially indicated for children with conduct disorders, autistic and sexually abused children, and anorexia nervosa patients. The primarily nonverbal character of this therapy is also welll-suited for persons who find it difficult or impossible to express their emotions verbally, as in depressive or dementia patients. The applicability of a number of approaches, such as integrative movement therapy, psychomotor therapy, dance therapy and running therapy troughout the lifespan is described.
Evaluatie van Vroeghulp in Nederland
Amsterdam: VU Uitgeverij, 1995
Dit boek vormt het verslag van een onderzoek naar de effecten van Vroeghulp op de ontwikkeling van het kind en (het gevoel van) opvoedingscompetentie van de ouders. Het boek beschrijft de opzet en uitvoering van het onderzoek op drie lokaties in Nederland, waar drie vormen van Vroeghulp worden gebruikt: het Portage Programma, het Macquari Program en de praktische Pedagogische Gezins-begeleiding.
Dit boek is behalve voor de groep van de in dit onderwerp geïnteresseerde wetenschappers uiteindelijk geschreven voor ouders en hun kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Onderzoek naar de effecten van Vroeghulp in welke vorm dan ook is noodzakelijk om een antwoord te kunnen geven op de vraag of alle inspanningen van hulpverleners én ouders te rechtvaardigen zijn en het gewenste resultaat opleveren.
Physical and motor development in mental retardation
Karger, 1995
During the past few decades the number of studies on motor and physical development in persons with mental retardation has been steadily increasing. This book reflects this growing interest and details not only the groundwork that has been prepared by international researchers but provides important indicators for future research. Based on the observations of teachers and caregivers, researchers have found new ways of documenting the significant changes in growth and movement development occurring across the life span of persons with mental retardation. This volume closely examines these cases from the perspective of the social and physical environment. It also addresses key issues relating to motor development in children with Down Syndrome and presents an important discussion on aspects of health and fitness. Scientists studying human movement in the areas of sport science and medicine as well as those involved in the study of mental retardation and adapted physical activity will find this volume of tremendous value.
Bewegingsonderwijs aan verstandelijk gehandicapten
Baarn: Bekadidact, 1993
Het bewegingsonderwijs is een belangrijk aspect van de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Het bewegingsonderwijs bestaat uit een aantal verschillende vormen, afgestemd op de ontwikkelings- en bewegingsmogelijkheden van de deelnemers. Voor de ernstig verstandelijk gehandicapten zijn dat de basisbenadering en de bewegingsactivering, waarin de actieve contactname met de omgeving centraal staat. Voor verstandelijk gehandicapten die motorische vaardigheden willen en kunnen leren, zijn dat het bewegingsonderwijs, de bewegingsrecreatie en de sport. Voor verstandelijk gehandicapten met gedragsproblemen wordt het bewegen in de vorm van bewegingstherapie gebruikt voor gedragsverandering.
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt besproken waarom bewegingsonderwijs van belang is voor de ontwikkeling van verstandelijk gehandicapten en welke plaats het bewegingsonderwijs heeft in met name een institutionele setting.
In het tweede deel worden de onderscheiding vormen van bewegingsonderwijs beschreven en uitgewerkt voor de zaal, het zwembad, de speelplaats, het sportveld e.d. Het boek eindigt met een beschrijving van de opname van het bewegingsonderwijs in de organisatiestructuur van een instelling.
Opvattingen over Motorische Remedial Teaching
Zeist: Jan Luiting Fonds, 1992
ISBN: 90-5383-082-0
Deze uitgave beschrijft de veelheid van richtingen die de Motorische Remedial Teaching (MRT) in Nederland is ingeslagen. Dit overzicht wordt aangevuld met opvattingen over MRT zoals die ook buiten Nederland, met name in Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten te vinden zijn. Bij de bespreking van de verschillende stromingen komen steeds de volgende vragen aan de orde:
Wat zijn de antropologische en de theoretische uitgangspunten?
Wat zijn de doelen van MRT?
Welke indicatiestellingen worden gehanteerd?
Welke werkwijzen zijn kenmerkend voor een bepaalde benadering?Welke indicatiestellingen worden gehanteerd?
Hoe vindt de evaluatie plaats?
MRT is bestemd voor kinderen die een achterstand hebben op motorisch gebied en die – soms daardoor – problemen hebben met het leren van motorische vaardigheden in het bewegingsonderwijs.
Kinderen in beweging
Amsterdam: VU Uitgeverij, 1992
ISBN: 90-5383-094-4
Dit boek beoogt drie doelen. In de eerste plaats wordt een overzicht gegeven van het huidige denken over de motorische ontwikkeling. In het verleden werd de postnatele ontwikkeling gezien als zou zij aangedreven worden door veranderingen in het neurologische systeem. Hier wordt uitgegaan van de gedachte dat veranderingen in de motoriek een resultante zijn van de interactie tussen handelingsmogelijkheden die in de omgeving worden waargenomen en de groei en ontwikkeling van het central zenuwstelsel. Deze benadering wordt aangeduid met een syteem-theoretische benadering. In de tweede plaats betreft het doel van dit boek inzicht te geven in de verstoorde ontwikkeling en de vroeg onderkenning er van. Dit wordt toegelicht aan onderzoek bij risico-kinderen, met name bij kinderen die te vroeg en te klein geboren zijn en bij kinderen met een hersenbeschadiging. Het derde doel van dit boek betreft het controversiële onderwerp ‘vroege interventie’, het toepassen van therapeutische technieken bij zuigelingen en jonge kinderen die beschouwd worden als ‘at risk’ voor stoornissen in de ontwikkeling.
Bewegingsonderwijs en zorg voor verstandelijk gehandicapten
Amsterdam: VU Uitgeverij, 1992
ISBN: 90-5383-082-0
Deze uitgave werd samengesteld t.g.v. het afscheid van Drs. C. van den Brink als hoofd van de Sociaal Wetenschappelijke Dienst van ‘s HeerenLoo-Lozenoord, een dienstverleningscentrum voor mensen met een verstandelijke beperking in Ermelo. De uitgave bestaat uit drie delen: (I) Over bewegen (3 bijdragen), (II) Over opvoeden (3 bijdragen), (III) Over zorg (3 bijdragen) en de publicaties van Cors van den Brink in de periode 1962-1992.
De Petö-Methode
Amsterdam: VU Uitgeverij, 1992
Een geïntergreerde opvang van het hersenbschadigde kind
Petö is een Hongaarse leer- en opvoedingsmethode voor kinderen met een hersenbeschadeging. In dit boek wordt de methode besproken zoals deze gebruikt wordt om het motorisch gehandicapte kind op te voeden tot zelfstandigheid. Het uiteindelijke doel van de methode is integratie in het reguliere onderwijs. Het kind dient zich aan te passen aan de omgeving en niet andersom.
De filosofie en de theorieën die aan de Petö-Methode ten grondslag liggen komen uitgebreid aan de orde. De praktijkvoorbeelden die worden gegeven vormen een levendige illustratie van de methode.
In dit boek wordt verder ingegaan op de verschillen die er bestaan tussen de Petö-Methode en de behandeling van hersenbeschadigde kinderen in Nederland. De vraag is of de huidige opvangmogelijkheden wel voldoende structuur, intensiteit en continuïteit bieden. Dit boek is met name geschikt voor ouders, studenten en degenen die betrokken zijn bij de behandeling van kinderen met een hersenbeschadiging.
Motor Development, Adapted Physical Activity and Mental Retardation
Karger, 1990
Organized leisure and sporting activities for the mentally retarded have been intensively developed in recent years. This volume reports current research of individuals scientifically and professionally involved in the areas of motor development, physical education and sport for mentally retarded persons. Focusing on motor development, the first section covers a wide range of topics from the neurological basis of development to the underlying meaning in the behavior of mentally handicapped persons. The second section on adapted physical activity deals with current tendencies and problems in physical education and sport research, interventions used in physical education, the effects of physical activity with an emphasis on fitness, and the social significance of sport. Well-conceived and clearly written, these informative studies will be of great value to researchers and professionals in mental retardation, human movement specialists, physical therapists and specialized physical educators.
Sports for the Disabled
Proceedings of the International Congress on Recreation, Sports and Leisure, ReSpo ’86
Haarlem: De Vrieseborgh 1987a
ISBN: 90-6076-256-8
These proceedings consist of contributions to the ResPo ’86 congress held in Arnhem (NL). The book is divided in five parts: (I) Sport and disability (5 chapters), (II) Sport and severe disorders (5 chapters), (III) Organizational structures (4 chapters), (IV) Developing countries (6 chapters), (V) Practice (5 chapters) and a Welcome address of Arie Klapwijk, docter in rehabilitation medicine.
Onderzoek van menselijk bewegen
Het praktisch belang van universitair onderzoek aangaande het menselijk bewegen
Amsterdam: VU Uitgeverij, 1987b
ISBN: 90-6256-584-0
Wetenschap en sport, bewegingswetenschap en revalidatie, arbeidsbelastingsonderzoek zijn enkele onderwerpen uit het veelzijdige onderzoeksprogramma van de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ter gelegenheid van het derde lustrum van de faculteit werd een symposium georganiseerd waarvan de inleidingen in dit boek zijn gebundeld. In het spanningsveld tussen theorie en praktijk wordt gekozen voor fundamenteel onderzoek, onderzoek dat werkelijke structurele veranderingen kan bewerkstelligen en zo praktisch nut afwerpt.
Sport for the mentally handicapped
Proceedings of the Mentally Handicaped Sport Symposium of the Netherlands-USA Bicentennial 1982
Haarlem: De Vrieseborgh, 1984
ISBN: 90-6067-207-X
This book consists of contributions of experts in the field of sport for persons with mental retardation from the Netherlands and the USA to the Bicentennial syposium, which was organized in 1992 in The Hague. The papers refer to 6 themes: (I) Philosophy and goals of sports for the mentally retarded (3 bijdragen), (II) Forms of sports programms (4 bijdragen), (III) Competitive sport (2 bijdragen), (IV) Medical sport advising (2 bijdragen), (V) The role and training of volunteers( 2 bijdragen) en (VI) Integration (3 bijdragen). This book focusses in particular on the desirability of competitive sport for individuals with mental retardation.
Bewegen en kinderrevalidatie
Een onderzoek naar de integratie van die revalidatie-activiteiten die baserend zijn voor de revaliderende beinvloeding van het bewegen van het lichamelijke gehandicapte kind (Dissertatie)
Lisse: Swetz & Zeitlinger, 1983
ISBN: 90-265-0506-X
Verslag wordt gedaan van een onderzoek naar de integratie van die revalidatie-activiteiten voor kinderen met lichamelijke beperkingen waarin het bewegen een belangrijke functie or een rol heeft. De betreffende revalidatie-activiteiten en vakgebieden waren: medische dienst, fysiotherapie, ergotherapie, logopedie, bewegingsonderwijs, andere schoolvakken waarin bewegen een rol speelt, bewegingsactiviteiten in de dagelijkse leefsituatie, paardrijden en zwemmen. Het onderzoek is gericht op de ontwikkeling van een integrerend doelstellingen kader. Daartoe werden eerst met behulp van de ICIDH de uitganspunten van de diverse vakgebieden in kaart gebracht.
Wat beweegt ons
Baarn: Bosch & Keuning, 1975
ISBN: 90-246-5302-9
In dit boek wordt een kinanthropologische en een pedagogische verantwoording gegeven van het bewegingsonderwijs in de school, het bewegingsonderwijs aan mensen met verstandelijke beperkingen, de bewegingstherapie in een psychiatrisch centrum en de bewegingsrecreatie.
Verschijnt 4 x per jaar
Praktijk, Theorie en Onderzoek
Redactiesecretariaat:
Mevr. M.E. Platteel, Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit,
Van der Boechorststraat 9, 1081 BT Amsterdam,
e-mail: a.vermeer@uu.nl
Het tijdschrift Bewegen & Hulpverlening publiceert originele en vertaalde bijdragen op de volgende terreinen:
- algemene beschouwingen met betrekking tot lichamelijkheid en bewegen, die relevant zijn voor het terrein van de hulpverlening in de (geestelijke en lichamelijke) gezondheidszorg;
- psychomotorische therapie;
- speciaal bewegings- onderwijs;
- motorische remedial teaching;
- bewegingsactivering;
- bewegen in de revalidatie;
- sport voor gehandicapten.
De artikelen kunnen zowel theoretische studies zijn waarin de praktische betekenis in het oog wordt gehouden, als een neerslag zijn van praktijkervaringen, waarbij dan echter een theoretische onderbouwing gewenst is. Het tijdschrift stimuleert tevens de plaatsing van onderzoeksartikelen en gevalsbeschrijvingen. Alhoewel het tijdschrift een sociaal-wetenschappelijk karakter heeft, zal ook de plaatsing van medisch-biologische bijdragen mogelijk zijn wanneer de relevantie voor de primair sociaal-wetenschappelijk gefundeerde hulpverleningsvormen beargumenteerd wordt.